Ik ben opgegroeid in Puth en heb ook hier de eerste beginselen van muziek geleerd. Bij de Koninklijke Fanfare St. Caecilia ben ik op 9-jarige leeftijd begonnen op bariton; een oud ‘scharminkeltje’ vol deuken en zonder koffer. Vervoeren ging in een boodschappennetje aan het stuur van de fiets. Binnen enkele weken was het deukgehalte natuurlijk flink gestegen. We startten toen der tijd met een grote vriendengroep, die het samen heel lang heeft volgehouden. Samen namen we ook vaak deel aan solistenconcoursen, waarbij we elkaar uitdaagden en zeker steunden.
Het toenmalige jeugdorkest kwam op een bepaald moment zonder dirigent te zitten. De oude nestor en jeugdbegeleider Huber Meijers spoorde mij aan om dit op me te nemen. Ik was ongeveer 15 jaar toen ik dit overnam. Uit dit groepje groeide op een gegeven moment de kapel Freizeit Musikanten die menig jaar flink aan de weg timmerde. Na mijn Havo in Hoensbroek ben ik, met als tussenstap de Pabo, mijn studie aan het Conservatorium in Maastricht gestart. In 1986 heb ik het diploma Directie behaald bij Rien Rats en in 1987 AMV-muziekdocent. In mijn examenjaar kon ik al starten met een langdurige vervanging aan een school in Maastricht en sindsdien ben ik steeds in het onderwijs als muziekdocent gebleven. Tot 2003 was dit voornamelijk als vakleerkracht muziek in het basis- en speciaal onderwijs; sinds 2003 ben ik ook in het middelbaar onderwijs terechtgekomen. Vanaf 2008 ben ik met een vol rooster alleen nog in het middelbaar onderwijs werkzaam als muziekdocent, en wel in Hoensbroek (St. Jans College) en Roermond (Bisschoppelijk College Broekhin).
In 1986 kreeg ik mijn eerste aanstelling als dirigent bij Fanfare Eendracht Huls-Simpelveld. Sindsdien heb ik bij meerdere orkesten de dirigentstok gehanteerd. Vaak voor een lange periode, soms ook voor een kortere periode. Het moet klikken tussen orkest, bestuur en dirigent, want zonder die klik wordt het ‘niks’. Het is moeilijk te omschrijven wat die klik nu is; belangrijk zijn echter zeker sleutelwoorden als vertrouwen, openheid, warmte, geborgenheid, uitdaging, enthousiasme. Dit moet van beide kanten komen om een goede chemie te krijgen.
“Muziek maken is een prachtige hobby voor velen; voor mij is deze hobby uit de hand gelopen en tot mijn werk geworden.”
Momenteel dirigeer ik naast St. Gerlachus Oirsbeek (harmonie en opleidingsorkest ’t OOG) ook bij St. Bavo (harmonie sinds 2019).
Zonder de steun van velen is dit alles niet te realiseren en vast te houden. Ik ben getrouwd met Gonnie Berende met wie ik woon in het landelijke Nieuwstadt. Heerlijk in de mooie natuur van velden en bossen. Aangezien onze kinderen hun vleugels hebben uitgespreid of dat langzaam gaan doen komt er meer rust in ons huis en tevens tijd voor onze beider interesse: steden bezoeken, geschiedenis/cultuur snuiven. In onze prachtige omgeving wandelen we vaak met onze honden Raf en Caiden. Naast dit alles ben ik erg geïnteresseerd in Wereldoorlog 2. Dit wordt gevoed door de adoptie van inmiddels 3 graven van gesneuvelde Amerikaanse soldaten op het Netherlands American Cemetery in Margraten en Henri-Chapelle American Cemetery in België. Ben je geïnteresseerd in de verhalen? Neem dan eens een kijkje op mijn website www.louishensgens.com
Muziek maken is een prachtige hobby voor velen; voor mij is deze hobby uit de hand gelopen en tot mijn werk geworden. Echter, het feit dat het voor anderen een hobby is zal ik nooit uit het oog verliezen. Saamhorigheid, onderlinge band, teamgeest, betrokkenheid zijn denk ik sleutelwoorden om niet alleen je hobby prettig en goed te kunnen uitoefenen, maar ook om gezond een vereniging te blijven opbouwen. Vanuit die basis en gedachte kun je uiteindelijk pas werken aan muzikale groei en diepgang.
Daarbij is wellicht de toekomst en dus de jeugd een van de belangrijkste speerpunten van het beleid. Je kunt nu nog zo’n mooie groep hebben in het grote orkest, maar als je niet werkt aan de opvolging en instroom van goed opgeleide nieuwe muzikanten, kom je jezelf over enige jaren genadeloos hard tegen. Er zijn genoeg voorbeelden van grote en goede korpsen bekend die hun basis en instroom jaren hebben verwaarloosd of onderschat en die nu de rekening gepresenteerd krijgen. Daarom vind ik het belangrijk dat de dirigent die toekomst mede mee in de gaten houdt en beleid mee bepaalt. Dit kan op verschillende manieren geregeld worden door advisering, supervisor of actieve rol in organisatie.